Deze Brabantse is de revelatie van de eerste crossmaand: ‘Ben nu al meer in beeld geweest, dan heel de vorige winter’
Tweede eindigen in de Berencross. Dat kan een keer gebeuren. Tweede (achter Fem van Empel) op het Heerderstrand ook. Maar als je de dag erop ook nog eens derde over de streep komt in de Druivencross-klassieker van Overijse, mag Aniek van Alphen (26) zich de revelatie van het prille seizoen noemen.
Aniek van Alphen is niet van de grootspraak. ,,Natuurlijk sta ik er van te kijken dat ik zo vaak op het podium sta, maar ik weet ook dat meiden als Ceylin (Alvarado) en Annemarie (Worst) er nog niet bij zijn”, klinkt het als een disclaimer uit de mond van de 26-jarige veldrijdster uit het Brabantse Hapert als ze terugkijkt op de start van het crossseizoen.
Dat kan zo zijn, maar Van Alphen mag er ook bij vertellen dat ze de afgelopen weken structureel veel dichter bij toppers als Lucinda Brand en Fem van Empel zat dan ooit het geval was. „Ik doe nu inderdaad wel mee voor die plekken, waar ik vorig jaar niet eens in de buurt kwam”, geeft ze grif toe.
In Overijse hoefde de kopvrouw van Seven Racing niet eens te vechten voor haar derde plek. Sara Casasola en Lucinda Brand waren al blij dat ze het laatste rondje niet meer mee deed in de strijd om de winst.
Dat Van Alphen dit seizoen tot ver in de finale letterlijk in beeld is als het gevecht om de zege losbarst, levert volgens haar een ander veelzeggend feitje op. ,,Ik ben deze maand al vaker in beeld gekomen tijdens de wedstrijden, dan in de hele vorige seizoen samengeteld.”
Belangrijk voor sponsors
Een crosser wordt blij van zulke cijfers. „Omdat het voor de sponsor van de ploeg belangrijk is dat we in beeld rijden. In het verleden pakte ik nog wel eens een wedstrijd op in het buitenland voor de UCI-punten. Je zelf laten zien in de televisiecrossen, daar draait het om.”
Van Alphen staat momenteel veertiende op de wereldranglijst. Het vorige seizoen wil ze zo snel mogelijk vergeten. ,,Dat was niet mijn beste winter.” Waar het aan lag? ,,We hebben er lang naar gezocht. En niet echt een oorzaak kunnen vinden. Ik heb die zomer wel mijn sleutelbeen gebroken in de Vuelta. Daardoor kon ik niet vroeg beginnen met trainen. Wellicht was dat het.”
Het verschil met een jaar geleden is in ieder geval groot. „Het zelfvertrouwen is terug.” Haar techniek doet de rest. „Ik ben niet de meest explosieve rensters, ik ben ook geen powercrosser, maar ik kan prima mijn eigen tempo blijven rijden op een technisch rondje.”
De ontwikkeling van Van Alphen laat zich ook afmeten aan het feit dat ze inmiddels elk type parkoers aan kan. En misschien ook dat ze soms niet te genieten is na de finish. Zoals enkele weken geleden in Essen. Ze wilde er met Lucinda Brand de strijd aangaan om de zege, maar een lekke band in de slotronde gooide roet in het eten. ,,Omdat ik weet dat er meer ingezeten had. Maar geeft me vijf minuten de tijd en ik weet ook dat ik een topwedstrijd gereden heb.”
Winnen?
Het zegt wel dat Van Alphen dit jaar crost om te winnen? „Ik sta altijd aan de start om te winnen”, verduidelijkt ze. „Niet omdat ik verwacht te gaan winnen. Maar onmogelijk is het niet. Zoals destijds (2022) in Boom. Je moet er gewoon in je hoofd altijd klaar voor zijn. Dat is wat anders dan aan de start komen met het idee dat je toch niet kunt winnen.”
Wat zijn nu de plannen? ,,Kijken hoe lang ik deze topvorm vast kan houden. Ik wil vooral goed zijn op het EK (eerste weekend november). Daarom sla ik de Koppenbergcross zaterdag over. Kan ik nog even goed trainen voor het EK.”
Bron: Ed.nl